RandstadRail Lansingerland-Zoetermeer; een uniek station
Eind 2018 krijgen Zoetermeer en Lansingerland een uniek station. Met een viaduct over de A12 worden bij station Lansingerland-Zoetermeer straks trein, RandstadRail, bus, auto en fiets met elkaar verbonden. Met daarbij 700 gratis parkeerplaatsen biedt het station veel overstapmogelijkheden en reistijdwinst. In de toekomst kan het station rekenen op zo’n 10.000 reizigers per dag.
Het station kent een duurzaam en groen ontwerp, waar het prettig is om te verblijven. De duurzaamheid in het ontwerp komt onder meer tot uiting in de gekozen materialen, zoals hout en beton. Bovenop het viaduct wordt bijna 5.000 meter groendak gecreëerd met 27 groeiplaatsen die een laan met bomen vormen. Ook de andere plekken van het vervoersknooppunt kennen veel beplanting. Het vele groen maakt dat er een plezierige omgeving ontstaat, fijnstof wordt verminderd en het regenwater goed kan worden opgevangen.
Het groendak
De opbouw van het verblijfsdak bestaat uit een VLU beschermvlies dat op de waterdicht gemaakte bovenlaag van het viaduct wordt aangebracht. Hierop worden DiaDrain 25H platen geïnstalleerd. Op plaatsen waar groen komt, worden de platen met de gecombineerde buffer- drainagezijde naar boven gelegd. Zo wordt er water gebufferd voor de beplanting en wordt overtollig water afgevoerd. Op plaatsen waar waterdoorlatende bestrating komt, worden de platen met de drainagezijde naar boven gelegd om water meteen af te voeren. Op de DiaDrain platen wordt een VLF filtervlies aangebracht met daarop lichtgewicht Argex kleikorrels. De perrons worden uiteindelijk, over de kleikorrels heen, bestraat.
De groeiplaatsen
De bomen worden geplaatst in betonnen bakken die in het dak zijn ingestort. In de bakken worden RootSpace boombunkers van GreenBlue Urban geïnstalleerd. Het RootSpace-systeem garandeert een duurzame groeiplaats voor de bomen op het viaduct.
De betonnen bakken zijn waterdicht gemaakt en voorzien van een afvoer met een overstort en drainagebuis. De bakken worden eerst helemaal voorzien van een VLF filtervlies ter bescherming van de waterdichte laag. Op het filtervlies wordt een laag met AquaMulti Boxen aangebracht. Door de aangebrachte overstort blijft er een laag water in de boxen staan als buffer voor de bomen. Op de boxen wordt een laag GBU Geotex aangebracht om de boomkratten mee in te pakken. Voordat de RootSpace elementen worden geplaatst wordt een drukverdelend GBU Geonet geotextiel aangebracht.
De GreenBlue Urban RootSpace 400 elementen worden in twee lagen, links en rechts van de boom geïnstalleerd. Op de plaats waar de boom komt te staan worden 3 platen met staaldraad aangebracht. Door de ogen van de staalkabels wordt een spanband getrokken om de kluit van de boom te verankeren.
Om de wortels te voorzien van zuurstof wordt zowel links als rechts, horizontaal een boombeluchtingsbuis met kous aangebracht. Door middel van een T-stuk loopt de beluchtingsbuis naar de oppervlakte en naar de bufferkratten op de bodem van de bak.
De kratten worden afgevuld met een voedingsrijk substraat. Na inklinken van het substraat ontstaat een luchtlaag bovenin de constructie. De luchtlaag zorgt ervoor dat de wortels niet naar de oppervlakte groeien.
De constructie wordt afgedekt met kleikorrels en vervolgens bestraat. De boomrand wordt afgewerkt met een stalen ring.