Een dompelpomp wordt voornamelijk gebruikt om vuil of schoon water weg te pompen van plaatsen waar water niet gewenst is, zoals in (bouw)putten, kelders en kruipruimten.
Een elektrische dompelpomp wordt in z’n geheel in het water ondergedompeld. Omdat een dompelpomp niet kan worden voorzien van een ventilator om te koelen, zorgt de vloeistof waarin de pomp wordt ondergedompeld tevens voor koeling. Een schakelaar die door een vlotter wordt bediend schakelt de pomp uit om drooglopen te voorkomen.
De keuze voor de juiste dompelpomp hangt af van het soort water dat weggepompt moet worden; vuil of schoon water. Schoon water kan met bijna iedere pomp worden weggepompt. Voor licht vervuild (troebel) of zwaar vervuild water (toiletwater) moet een pomp speciaal geschikt zijn.
Daarnaast is de capaciteit en opvoerhoogte van belang. De capaciteit geeft aan hoeveel water een pomp per uur kan wegpompen. De opvoerhoogte geeft aan hoeveel druk de pomp kan leveren om het water naar de aangeven hoogte kan pompen.